Cementloos beton
De bouwsector zorgt wereldwijd voor zo’n 8 procent van de jaarlijkse CO2-uitstoot. Door nieuwe betonsoorten en andere bouwmaterialen te gebruiken die CO2 kunnen absorberen, zou de bouw kunnen bijdragen aan het terugdringen van CO2 in de atmosfeer. Helaas kost de productie van beton veel energie. Pas bij hoge temperatuur worden uit kalksteen – de belangrijkste grondstof voor beton – de juiste mineralen gevormd die zand en steen aan elkaar binden en die het beton zijn sterkte geven. Daarnaast komt er bij het verhitten van kalksteen CO2 vrij. Het maken van beton resulteert dus op twee manieren in de uitstoot van CO2. Eén ton beton veroorzaakt één ton CO2.

De meeste stenen in Amsterdam en Ouder-Amstel bestaan uit de traditionele combinatie van cement, grind en zand. Tijdens de productie van cement komt veel CO2 vrij: wereldwijd is de cementindustrie verantwoordelijk voor bijna 8% van alle CO2 uitstoot. De zoektocht naar andere bindmiddelen is een belangrijke stap in het tegengaan van de opwarming van de aarde.

Optimale testlocatie
Sinds begin maart ligt er ten Noorden van de Johan Cruijff ArenA een proefvak van 50 vierkante meter met tegels van maar liefst 85% gerecycled materiaal, circa 65% meer dan normaliter wordt behaald. Daarnaast wordt de tegel met 45% CO2 reductie geproduceerd ten opzichte van keramische of betonnen tegels. Wanneer ze na de proefperiode van een paar jaar succesvol zijn bevonden, komen ze in het standaard assortiment van de gemeente. Het vak is vandaag officieel geopend door Wethouders Marieke van Doorninck van gemeente Amsterdam en Willem Jansen van de gemeente Ouder-Amstel, omdat het een belangrijk onderdeel is van het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen van deze twee Gemeenten.

Doorontwikkeling
De CoolTile gebruikt een geopolymeer als activator om de receptuur aan elkaar de binden in plaats van cement. De tegel dankt zijn naam aan het feit dat er in het maakproces geen hoge temperatuur nodig is om het product te produceren.

Met de CoolTile zijn de Gemeenten Amsterdam en Ouder-Amstel niet alleen in staat om de CO2 footprint te reduceren. Het product is bovendien gemaakt van 85% reststromen of sloopmaterialen, zoals gebroken puin. Dit sluit aan bij de sterke circulaire ambities van de twee steden. De combinatie van CO2 reductie en het gebruik van afvalstromen maakt dit product uniek.

De CoolTile is een samenwerking van StoneCycling en producent Schellevis Beton uit Dussen. Voor dit product wordt gebruik gemaakt van een technologie die door TNO ontwikkeld is. De Gemeente Amsterdam en Ouder-Amstel voeren deze test gezamenlijk uit. Voor een goede test moet proefvak op een druk belopen locatie komen, het gebied rond de Johan Cruijff ArenA is daarvoor de aangewezen plek. Zo kunnen de stenen goed getest worden op slijtage en effecten van weersinvloeden.

Voor nieuwe producten zoals de CoolTile is het essentieel dat er partijen zijn die al in een vroege fase willen participeren. Het aanleggen van een proefvak in De Nieuwe Kern stelt StoneCycling in staat om het product te testen en verder te verbeteren. Als de stenen voldoen aan de eisen van de gemeente Amsterdam en Ouder-Amstel, is het ook geschikt voor andere steden. Op deze manier stimuleren de gemeenten de markt van duurzame bestrating voor heel Nederland.

Meer lezen: www.stonecycling.com/cooltile


Wie in Amsterdam woont, stuit regelmatig op opgebroken straten. Bij al die wegwerkzaamheden worden enorme hoeveelheden asfalt en straatstenen vervangen. In Zuidoost wordt nu geëxperimenteerd met mogelijkheden om versleten bestrating en bouwmateriaal een nieuw leven te geven. Of zelfs vele nieuwe levens.

Stelt u het zich eens voor: de weg waarover u rijdt ligt middenin Amsterdam, maar is geen eigendom van de gemeente. Amsterdam huurt al dat asfalt, al die stenen, de lantaarnpalen en misschien zelfs de bomen langs de weg van een aannemer. En zodra de weg aan vervanging toe is, verwijdert de aannemer al dat materiaal om er op een heel andere plek een compleet nieuwe weg van te maken.

Hoe raar het misschien ook lijkt, dit idee wordt op dit moment werkelijkheid in Amsterdam-Zuidoost. Even ten noorden van de Johan Cruijff ArenA bouwen de gemeenten Amsterdam en Ouder-Amstel samen met aannemer Dura Vermeer een zogenoemde circulaire weg, een stuk straat dat vrijwel geheel bestaat uit gerecyclede materialen.

‘Wat het asfalt betreft streven we naar 99,99 procent hergebruik’, vertelt projectleider Gé Smit. ‘De bomen langs de weg komen allemaal uit de omgeving; ze zouden anders misschien gekapt worden. De verlichting komt eveneens van andere plekken en ook de verkeersborden proberen we zoveel mogelijk te hergebruiken. Voor de wegmarkeringen gebruiken we natuurvriendelijke producten zonder olie of plastic. En in de bermen laten we niet alleen gras groeien, maar ook kruiden en bloemen die goed zijn voor de biodiversiteit. Voor de fundering van de weg gebruiken we sloopmateriaal van gebouwen in Amsterdam-Zuidoost.’

Drie keer verdienen met 1 baksteen
Het idee achter de weg is simpel: als de gemeente een weg tijdelijk huurt in plaats van koopt, loont het voor de aannemer om materiaal te hergebruiken in plaats van het nieuw te laten maken. Dat is cruciaal, want bij de productie van bouwmateriaal – met name cement – komt zeer veel van het broeikasgas CO2 vrij. ‘Op dit moment loont het voor aannemers om niet circulair te werken’, zegt Smit. ‘Hoe meer asfalt je draait, freest, weggooit enzovoort, hoe meer je verdient. Dat is precies wat we niet willen. Als je het circulair aanpakt, zou een aannemer plat gezegd 3 keer geld kunnen verdienen met dezelfde baksteen in plaats van met 3 verschillende bakstenen. Dan is duurzaamheid ineens geen kostenpost meer, maar een verdienmodel.’

De weg moet in oktober worden geopend en zal dan volgens plan 5 jaar blijven liggen. Die beperkte periode biedt volgens projectleider Smit een aantal grote voordelen. ‘We weten dan op relatief korte termijn of die weg echt zo circulair en duurzaam is. En het risico is niet zo groot, want het is een tijdelijke weg. Natuurlijk moet het wel veilig zijn. We doen dus alle verkeerskundige toetsen om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat de weg voldoende stroef is, ook als het regent. Maar er zijn zó veel hergebruikte materialen dat nog maar moet blijken hoe het in de praktijk allemaal gaat. Toen we de presentatie gaven aan wethouder Marieke van Doorninck van Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid, zei ik: “Dit project mag mislukken. Sterker nog: misschien moet het wel mislukken.” We hoeven geen garanties. Vergeet dat! We willen juist weten hoe ver we kunnen gaan. Het zou dus ook kunnen dat we de 5 jaar niet eens halen. De wethouder onderstreepte dat ook: we moeten grenzen verleggen en daar horen mislukkingen bij.’

Het experiment in Zuidoost is volgens Smit op dit moment uniek in Nederland. ‘Omdat dit een tijdelijk project is, zijn de risico’s overzichtelijk en is het relatief makkelijk om afspraken te maken. Daarom durven wij verder te gaan dan andere projecten. Daar experimenteren ze alleen met hergebruik van bepaalde onderdelen, zoals lichtmasten. Bij ons gaat het om hergebruik van alle onderdelen van de weg, en daarom durven we te zeggen dat dit een van de meest circulaire wegen van Nederland moet worden. Sterker nog: misschien is het straks wel de meest circulaire weg van Nederland.’

Kiloknaller

In hetzelfde gebied loopt nog een ander project rond duurzame bestrating waarin Amsterdam samenwerkt met Ouder-Amstel. Op 11 maart opende wethouder Van Doorninck samen met haar ambtgenoot Willem Jansen van Ouder-Amstel bij de ArenA een proefvak met duurzame straattegels, zogenoemde CoolTiles. Ze danken hun naam aan het zeer milieuvriendelijke productieproces, dat niet of nauwelijks belastend is voor het klimaat. ‘Die stenen bestaan voor 85 procent uit hergebruikt materiaal, zoals sloopafval, terwijl dat bij de stenen die we nu gebruiken zo’n 20 procent is’, vertelt Annoesjka Nienhuis, die als programmamanager Innovatie & Duurzaamheid van de gemeente aan het project verbonden is.

 

De CoolTiles worden gemaakt door een Amsterdams bedrijf, StoneCycling. Hoe lang ze precies bij de ArenA blijven liggen, is nog niet bekend. Nienhuis: ‘Vooraf hebben we al wat standaard tests voor straatstenen gedaan, en het idee is dat je die op gezette tijden herhaalt. Dan kunnen we zien hoe ze zich gedragen als het vriest en of ze slijtvast genoeg zijn. Dat willen we anderhalf à 2 jaar doen, en liefst nog langer, zodat alle seizoensinvloeden duidelijk zijn.’

Als de proef slaagt, kunnen de gevolgen volgens Nienhuis enorm zijn. ‘Als het allemaal lukt, zodat die stenen én de juiste kwaliteit hebben én veel duurzamer zijn, zou dat een revolutie betekenen. Dan kunnen we die tegels voortaan overal in Nederland neerleggen, en besparen we enorm veel CO2. Dat wordt dan echt een CO2-kiloknaller. Maar omdat het een test is, verwacht ik dat er hier en daar nog wel wat dingen verbeterd moeten worden.’

En zelfs al wordt de test een doorslaand succes, dan wil dat niet zeggen dat StoneCycling meteen aan het werk kan. ‘We moeten dan gaan aanbesteden’, zegt Nienhuis, ‘en dat betekent dat er meerdere aanbieders moeten zijn. We kunnen dan dus nog niet direct aan de slag, maar we laten wel aan de markt zien dat het mogelijk is. Onze boodschap wordt dan: ‘We gaan dit als gemeente in onze eisen opnemen, dus zorg dat je ook duurzame stenen gaat maken!’

Richard Ruijtenbeek heeft als adviseur meegewerkt aan deze projecten en dit mogelijk gemaakt.

Meer informatie: De Circulaire Weg | Op weg naar een circulaire infrasector